03 november 2020 - Aan boord 2
Katalin Szanto schrijft een levensboek voor Hilbert Sint Jago, die is geboren op Curaçao. Dit is een fragment. De foto is gemaakt door Lilla van der Lek.
Ik heb heel veel landen afgereisd. Vaak waren wij vijftien dagen op zee. Dat is best vermoeiend. Dan werk je alsmaar door, zonder vrije dag. Van Curaçao vervoerden wij olie via de Panamakanaal naar Zuid-Amerikaanse landen. Dan waren wij niet meer dan een dag onderweg. Aan land hadden wij weleens vrije dagen, bijvoorbeeld als de douane wat langer bezig was.
Het leukste was het in Afrika, zoals in Congo, Angola en Mozambique. Daar werd veel gezongen en gedanst. Ik heb daar erg van genoten. Wij konden weleens wat bananen pikken op de boot. Bananen waren opgeslagen in koelcellen en die waren niet op slot. In Chili, in Valparaíso, mocht ik in een bar muziek spelen, samen met de band die daar bezig was. Daar heb ik veel plezier gehad. In Hawaii was het niet zo leuk. Daar golden de Amerikaanse regels: tot je 21ste mocht je geen alcohol drinken. Wel zijn ze heel mooie mensen.
Wij waren een keer in Canada, dan verder naar Rusland, Sint-Petersburg of zoals het toen heette: Leningrad. Russen dronken veel champagne. Zij waren er meesters in de fles open te doen zonder dat de champagne eruit spoot. In Rusland was het ook plezierig. Er werd daar ook veel gedanst. Een aantal mensen werkte een tijdje op Cuba, zij praatten een beetje Spaans en zo begrepen wij elkaar. We zijn ook naar Odessa (Oekraïne) en naar Polen gevaren. Vakantie heb ik altijd in Noorwegen gehad, in Haugesund, of in Kopervik, waar de havens waren.
Mijn laatste boot was de H.M. Wrangel. Ik herinner me dat de kapitein altijd op tabak kauwde. Dat was een zeer oud schip. Ik was 23 toen ik besloot niet meer terug te gaan naar de boot. Ik beheerste de Noorse taal toen al redelijk, aan boord leerde ik het van de Noorse matrozen. Met Chito gingen wij al eerder los van elkaar op pad. Chito bleef op de eerste boot, op de Anna Odland, toen ik even vakantie vierde in Noorwegen. Wij hebben wel nog steeds contact, bellen elkaar. Hij ging terug naar Curaçao, maar hij voelt zich eenzaam en drinkt veel. Zijn familie maakt zich zorgen om hem.
Op de boot had ik nooit heimwee. Op Curaçao was geen werk voor jonge mensen, het was triest. Oudere mensen hadden werk in de raffinaderij, maar daar was geen werk meer. Je kon in de haven werken voor dagloon maar je wist nooit of je de volgende dag werk had. Je kon tankers schoonmaken, maar dat was zwaar en gevaarlijke. Soms was er een ontploffing in de tankers. Mensen die bij zo een ontploffing beneden in tanker bezig waren hadden heel korte tijd om naar boven te rennen. Er waren veel tragediën. Ik heb het gelukkig niet meegemaakt, maar toen ik nog kind was hoorden wij vaak een ontploffing in de haven.
Reacties op Aan boord 2
Naam | Bericht |
Reageer op Aan boord 2
<<< Overzicht